irennauta.reismee.nl

Alfonso (Guatemala deel 2)

Na jullie drie dagen in spanning te hebben laten wachten, zal ik jullie uit jullie lijden verlossen en vertellen wie onze vierde metgezel was. Zijn naam was Alfonso. Hij was vrij fors, ongeveer een half jaar oud en had een mooie grote rode kam op z'n kop. Jawel, het was een haan.

Toen we onderweg waren naar het busstation om richting Lago Atitlan te vertrekken, kwamen we langs een winkel waar ze kippen verkochten en kwam Neil op het briljante idee om er eentje te kopen en mee te nemen in de bus, zoals we dat vele locals ook hebben zien doen. De verkoopster in de winkel keek wat raar op toen drie jonge blanke jongens vroegen hoeveel een kip kost. Het bedrag bleek 75 Quetzal te zijn, omgerekend € 7,50 en we mochten zelf uitzoeken welke kip we wilden hebben. Alfonso viel meteen op, omdat hij groter was dan de rest. Toen bleek dus waarom: het was de enige haan in het hok. De keuze was daarna snel gemaakt. Terwijl de verkoopster hem zo inpakte dat we hem veilig in de bus konden vervoeren, discussieerden wij over de naam. Die was snel gevonden, we noemden hem dus Alfonso. De verkoopster attendeerde ons er vervolgens op dat zijn koosnaam dan Ponchito moest zijn. Want iedereen die Alfonso heet, noemen ze hier Ponchito.

De 4,5 uur durende busreis was voor Ponchito wel een beetje spannend. Ik denk dat het de eerste keer was dat hij zo'n reis maakte. Het zou ook zijn laatste zijn. We kwamen 's middags rond een uur of drie aan in San Pedro, het Mayadorp aan het mooie bergmeer Lago Atitlan. Edgar, een Guatemalteekse hippie met een Duitse vriendin die we in de bus hadden ontmoet, wist wel een goedkoop hostel: Tika'aaj. Het was er een beetje een rommeltje, maar we konden een dormitorio met 7 bedden voor onszelf krijgen voor ongeveer € 2,- per nacht en ze hadden een barbecue, dus we twijfelden niet lang. Ook hadden ze een mooie grote doos voor ons dat als huis voor Alfonso kon dienen, waar hij rustig bij kon komen van de lange reis, terwijl wij een rondleiding door San Pedro kregen van Edgar.

Het bleek een beetje een vreemd dorp te zijn, dat voelde ik eigenlijk al wel meteen. Het is een dorp met een mix van drie totaal verschillende culturen. De eerste cultuur is de Mayacultuur. Die valt ook meteen op, vooral door de vrouwen die in kleurrijke tradionele kledij gehuld zijn. Een ander opvallend kenmerk is dat ze een andere taal spreken: het Tz'utujil, een van de tientallen Mayatalen. Deze taal wordt gesproken door meer dan 80.000 mensen en is totaal anders dan het Spaans. Gelukkig spreken ze wel bijna allemaal Spaans en konden we dus geprekken aanknopen met de lokale bevolking. Zo heb ik dan ook een aantal woorden geleerd in het Tz'utujil, die ik jullie niet zal onthouden:

Saqari (spreek uit: sachaarie): goedemorgen of goededag
Maltyoox (spreek uit: maltiejotsj): dank je wel
Na'an (spreek uit: aan): tot ziens
Utz aawach (spreek uit: oets aawach): hoe gaat het?

Zoals je ziet een erg ingewikkelde taal, die ook nog eens onmogelijke keelklanken bevat die ik niet kan omschrijven. Erg gaaf om zo'n taal de horen en te beseffen dat de Maya's deze taal duizenden jaren geleden ook al spraken.

Naast de Mayacultuur, die ik helaas in de twee dagen die ik in San Pedro heb doorgebracht niet beter heb kunnen leren kennen, zijn er in dit dorp ontzettend veel protestants evangelische kerken. Na enig onderzoek blijkt dat die er pas sinds enkele tientallen jaren staan doordat Noord-Amerikaanse zendelingen vanaf de jaren '70 massaal naar Guatemala kwamen om de Maya's te bekeren. Dat is ze aardig gelukt, want het aantal kerken in San Pedro is dus enorm. Vooral veel vrouwen vinden het evangelisme interessant, omdat het het gebruik van alcohol verbiedt en hun mannen vaak een alcoholverslaving hebben. Het evangelisme biedt volgens hen voor hun mannen een uitvlucht uit het alcoholprobleem.

De derde cultuur in San Pedro is die van de grotendeels blanke groep marihuana rokende hippies. San Pedro wordt ook wel Klein Amsterdam genoemd, omdat marihuana op elke straathoek te verkrijgen is. Tot deze groep behoorden ook de overigens wel Guatemalteekse eigenaar en bijna alle bezoekers van ons hostel Tika'aaj. Ze waren er dus erg relaxt en vonden het maar al te prachtig dat wij Alfonso mee hadden gebracht. Of nee, niet prachtig, ze vonden het 'De a huevo!', wat letterlijk 'Als een ei!', maar in straattaal 'Cool!' betekent.

De volgende dag was het zover. Na een emotioneel afscheid pakte Neil, dapper als hij was, Alfonso bij beide poten met zijn linkerhand en met zijn rechterhand draaide hij hem als een volleerd slachter de nek om. Zoals verwacht spartelde hij nog even na, dat hoort namelijk zo. Ik kan jullie garanderen dat Alfonso zonder pijn gestorven is. Vervolgens hebben we hem in een bak met warm water gestopt, om hem vervolgens te plukken en daarna zijn ingewanden eruit te halen. Toen we daarmee klaar waren, zag hij eruit als een heerlijk kippetje zoals wij ze normaal in de supermarkt kopen. En heerlijk was hij. De poten en vleugels gingen zo op de barbecue, maar met de filet hebben we een overheerlijke maaltijd gemaakt. We stopten de filet in zakjes van aluminiumfolie, met aardappelpartjes, uienringen, zout, peper en stukjes sinaasappel die we zelf geplukt hadden van de sinaasappelbomen in de tuin van het hostel. Alfonso, je was verrukkelijk, bedankt!

's Avonds zijn we nog uit geweest, wat erg tof was omdat er bijna de hele avond geen elektriciteit was en we in een kaarsverlichte bar belandden met een live band.

De volgende dag was het 31 december en keerden we terug naar Antigua om daar Oud & Nieuw te vieren. De weg terug deden we anders dan op de heenweg. We staken namelijk per boot het meer over, om vervolgens vanaf daar een directe shuttlebus te nemen naar Antigua. Dat scheelde zo'n 1,5 uur. Het is traditie in Antigua dat iedereen op oudjaarsavond naar het centrale park komt om daar het nieuwe jaar in te luiden. Wij volgden dat gebruik en er hing echt een supertoffe sfeer, kwamen met een aantal lokale jongeren in gesprek die precies wisten waar we naartoe moesten voor het beste feest. We hebben het nieuwe jaar ingeluid tussen honderden mensen, met één sigaar en 3 romeinse kaarsen en vervolgens de hele nacht gefeest.

Althans, de hele nacht... Voor mij was het een tikkeltje anders. Mijn bus terug naar Nicaragua vertrok namelijk om 6.00 in Guatemala City en ik moest er om 5.15 zijn. César en Neil bleven in Guatemala, dus dat betekende dat ik om 4.00 in mijn eentje direct uit de bar in een taxi gestapt ben richting het station van Ticabus in Guatemala City. Ik moest 1 januari wel vertrekken, want ik moest op 3 januari weer stagelopen. Het was dus een toffe, maar toch ook een beetje een aparte jaarwisseling.

Ik moest weer een nacht slapen in San Salvador en dat was geen straf. De bus arriveerde al om 13.00 uur, dus ik had nieuwjaarsmiddag en nieuwjaarsavond om te besteden in deze stad. Op het eerste gezicht leek het een beetje een vieze stad waar niet zoveel te beleven viel. Maar na even rondgelopen te hebben, belande ik prompt in het centrum, waar zich een enorme kathedraal bevond. Die heb ik bezocht en daarna ben ik op de bonnefooi rond gaan lopen. Verderop kwam ik in een buurt terecht waar elke straat vol stond met marktkraampjes. Het was een fantastische ervaring om daar rond te lopen. Ik heb er namelijk 2 uur rondgelopen en heb geen blanke gezien. Daarnaast zijn de mensen er echt supervriendelijk en om de 50 meter wordt je aangesproken. Óf door een vrouw die zegt dat je mooie ogen hebt, of door een man die vraagt waar je vandaan komt en waarmee je vervolgens een half uur durend geprek hebt over het Nederlandse voetbal. Het is me overigens al meerdere keren overkomen dat wanneer ik een gesprek heb met locals over voetbal, dat ze beginnen over La Naranja Mecanica. In het begin wist ik niet wat ze daarmee bedoelden, maar het schijnt een super bekende film te zijn uit de jaren '60 (in het Engels: A Clockwork Orange) waarvan ze de titel geleend hebben om het fantastische Nederlandse voetbal in de jaren '70 aan te duiden. En nog steeds wordt het Nederlands elftal hier zo genoemd. Erg grappig.

Toen ik de markt weer verliet, kwam ik op de terugweg weer langs de kathedraal. Wat bleek: ik had helemaal niet in de gaten dat deze nieuwjaarsdag tevens een zondag was en er was een mis bezig. Die heb ik nog even voor de helft meegepakt (ook hier was ik de enige blanke). De missen hier verschillen niet zo heel erg van de katholieke missen die ik bezocht heb ik Nederland, alleen gebruiken ze hier gigantisch veel wierook en hebben ze veel meer rituelen. Na de mis kwam ik op mijn weg nog een park tegen, waar erg veel mensen waren, maar het tevens erg rustig was. Wat bleek: de mensen in dit park waren stuk voor stuk mannen die hun zondagmiddag gebruikten om eens flink dronken te worden. Het was inmiddels 17.00 dus ze waren allemaal al flink zat en sommigen waren al in slaap gevallen. Een vreemde gewaarwording.

Aan dit park stond ook een erg vreemd halfrond gebouw. Nieuwsgierig als ik ben, ging ik even kijken wat voor gebouw dit dan wel niet mocht zijn. Toen ik dichterbij kwam bleek het een kerk te zijn. Eenmaal binnen bleek het een erg aparte, maar fantastisch mooie kerk te zijn. Het heeft namelijk glas in lood ramen op het oosten en westen en de lichtval was erg bijzonder. Ook stonden er allemaal kunstobjecten, het was zeker een bezoek waard.

De volgende dag verliep het laatste deel van mijn Guatemala avontuur soepel en keerde ik uiteindelijk vermoeid maar voldaan weer terug in Casa Martirio, mijn inmiddels vertrouwde huis in het mooie Granada.

Guatemala, het was een mooi avontuur! Inmiddels kan ik ook bijna zeggen dat Nicaragua een mooi avontuur was. Over 2 dagen zit ik namelijk weer ik het vliegtuig en kom ik vrijdag de 13e om 15.31 uur alweer aan op Schipholin het koude Nederland. Als ik eerlijk ben wil ik nog helemaal niet terug, ik heb het daarvoor nog veel te veel naar mijn zin. Twee maanden zijn wat dat betreft veel te kort. Het is voorbij gegaan als een roes. Een heerlijke roes, dat wel.

Maar toch verheug ik me er ook wel op om jullie allemaal weer te zien. Nu kan ik echt zeggen: tot snel!

Iren

Vuurwerk! (Guatemala deel 1)

Dat woord vat de afgelopen week wel ongeveer samen. Want er is veel gebeurd de afgelopen week in Guatemala.

Het begon allemaal op Eerste Kerstdag. César en ik namen om 17:00 uur ´s middags de bus naar Managua, waar onze bus om 5:00 uur 's ochtends op Tweede Kerstdag zou vertrekken. De busrit naar Managua was lichtelijk ongemakkelijk, omdat er vanwege Kerst minder bussen reden en de bus dus propvol was. Zo'n 10 minuten voordat we bij het busstation in Managua zouden aankomen, remde de bus plotseling erg hard en raakten we een bestelbus. Een ongeluk dus. Gelukkig was iedereen (voor zover wij konden zien) ongedeerd, alleen wat huilende baby's zorgden in het begin voor een beetje paniek. Daarnaast kon de bus niet verder rijden. Gelukkig kwamen we in gesprek met een vrouw die ook in de bus zat en haar man bleek taxichauffeur te zijn in Managua. Zij belde haar man en 10 minuten later hadden we een betrouwbare taxi naar de ‘terminal' van Ticabus, de busorganisatie die ons naar Guatemala zou rijden. Het is nogal belangrijk dat je zeker weet dat je een veilige taxi hebt in Managua, omdat er verschillende gevallen bekend zijn van criminele taxichauffeurs, die als je eenmaal in de taxi zit even verderop andere bevriende criminelen in de taxi meeneemt om vervolgens een ritje te maken naar een pinautomaat waar je gedwongen wordt zoveel mogelijk geld op te nemen en af te geven aan deze schaamteloze schurken.

Maar gelukkig hadden wij dus een veilige taxi en kwamen we rond 20.00 uur veilig aan bij de terminal, waar we ook zouden slapen. Maar eerst moesten onze lege magen gevuld worden. Echter, toen we aan de vrouw bij de receptie vroegen waar de dichtstbijzijnde gelegenheid was om wat te eten, raadde ze ons vriendelijk doch dwingend af de straat op te gaan omdat het te onveilig zou zijn. Toen we haar zeiden dat we toch echt enorme honger hadden, zei ze dat zich 300 meter verderop een eetgelegenheid zou bevinden, maar dat we toch wel echt bijna moesten rennen om er zekerder van te zijn dat ons niets zou overkomen. Ook de bewaker, met zijn enorme shotgun, keek ons wat verbaasd aan toen we vrijwillig de veilige haven van Ticabus verlieten. Het was ook wel een erg donkere buurt. Gelukkig kwamen we halverwege twee jonge moeders tegen die ook naar hetzelfde restaurantje onderweg waren. Onder escorte van deze vrouwen bereikten we veilig het restaurant, maar kregen we nog wel een standje dat het erg onverstandig was op dit uur de straat op te gaan, zeker als blanken. In het restaurant hebben we heerlijke kip gegeten en geproost op onze avonturen, die we ongetwijfeld te week erna zouden gaan beleven.

De dag erna was het vroeg dag, om 3:45 werd er op onze deur geklopt (ja we hadden wekservice) dat het tijd was om op te staan. Om 4:15 moesten we namelijk inchecken voor de reis en om 5:00 zou de bus vertrekken richting El Salvador, waar we zouden overnachten om daarna onze reis te vervolgen naar Guatemala. De bus was erg mooi en luxe, alleen overdreven ze een beetje met de airco. Ik was dus blij dat ik mijn KLM-dekentje bij me had. Die ik overigens niet heb gestolen, maar keurig heb gevraagd aan de stewardess met een onweerstaanbaar zielig gezicht, omdat ik die 13 uur op Atlanta moest overnachten. De reis verliep verder soepel, alleen de grensovergangen namen erg veel tijd in beslag, omdat we aan beide kanten van de grens moesten stoppen en allerlei handelingen moesten verrichten. Aan de kant van Nicaragua moesten we bijvoorbeeld allemaal de bus uit en deden ze een bagagecheck, terwijl we aan de kant van Honduras bijvoorbeeld allemaal mooie stempels in ons paspoort kregen. Wat ze volgens mij erg zorgvuldig hebben gedaan, want ze deden er bijna een uur over. Ik heb het Schengenverdrag afgelopen week dus extra leren waarderen.

In San Salvador (de hoofdstad van El Salvador) hebben we voor het eerst sinds tijden fastfood gegeten bij jawel... Mc Donalds! Daarna even een bar in geweest waar we zonder het te weten midden in een reünie van een middelbare school terecht kwamen. Was gezellig, maar ook kort, want we moesten de volgende dag weer om 6.00 vertrekken richting Guatemala City. Daar kwamen we rond 14.00 aan. Vervolgens werden we bestormd door taxichauffeurs die ons hun diensten aanboden ons naar Antigua te brengen, onze eindbestemming. Maar knieperts (Twents voor zuinigerds) als wij zijn, kozen we ervoor om met de bus te gaan. Ondanks alle verweren van de taxichauffeurs dat het te gevaarlijk zou zijn. Die sprookjes geloven we inmiddels niet meer. Tevens is het veel mooier om tussen de Guatemalteken in een oude schoolbus te zitten, dan door een dikke, zwetende en opvallend vaak besnorde taxichauffeur naar onze eindbestemming gebracht te worden. Het is inmiddels onze hobby geworden om veel mensen aan te spreken tijdens het reizen. Zo duik je veel dieper in de cultuur en leer je veel sneller het hart van een land kennen. Maar ook zonder te praten kun je al veel zien. Om een paar voorbeelden te geven: een traditioneel geklede Maya-vrouw op leeftijd die een I-Phone uit haar boezem tevoorschijn tovert. Of het opvallend grote aantal meisjes in de leeftijd 16-19 in de bussen die een kind bij zich dragen. Een erg positief ding is dat bijna alle mannen hier hun plaats afstaan aan vrouwen op het moment dat alle zitplaatsen gevuld zijn (wat bijna altijd het geval is).

Enfin, we kwamen veilig en wel aan in Antigua, waar we Neil ontmoetten. Neil is een vriend van César uit België die in Mexico was en ook wel zin had in een bezoekje aan Guatemala. Zo vormden we een drietal avonturiers in Guatemala, en ons avontuur begon dus in Antigua. Dit is een mooi koloniaal stadje dat qua kleur en sfeer erg lijkt op Granada. De enige verschillen zijn dat Antigua omringd is door drie enorme vulkanen in plaats van één, dat er overal Maya-vrouwen in traditionele kledij rondlopen en dat het er 's avonds te koud is om met korte broek en T-shirt rond te lopen.
Het hostel wat we geboekt hadden bleek gerund te worden door een Nederlandse vrouw, wat wel handig was om snel alle interessante en belangrijke plekken van Antigua te weten te komen. Eén van de mooiste plekken rond Antigua is de actieve vulkaan Pacaya (de trouwe lezers zullen inmiddels gemerkt hebben dat ik een voorliefde heb voor vulkanen). Daar besloten we de volgende dag heen te gaan.

In een wagen volgeladen, zonder oude wijven, maar mét toeristen van over de hele wereld, reden we naar de vulkaan en ook een stuk omhoog tot ongeveer halverwege. Van dat punt zouden we nog 2 uur moeten lopen om de actieve krater te zien. De weg omhoog was niet zo bijzonder, behalve dan dat het uitzicht steeds mooier werd. Maar eenmaal boven aangekomen zagen we als we omhoog keken de rookwolken opstijgen vanuit de actieve krater en voor onze neus een indrukwekkend stilleven van een uitbarsting van de vulkaan van anderhalf jaar geleden. Het leek alsof de gestolde lavastroom elk moment weer tot leven kon komen om zijn weg naar beneden te vervolgen. We zijn over deze lavastroom heen gelopen naar een plek met een soort natuurlijke heteluchtoven, waar we marshmallows hebben verhit en opgegeten. Dat was een erg leuke ervaring, en als het hierbij was gebleven was het al een zeer geslaagde dag geweest. Maar vlak voordat we weer zouden afdalen, werden we getrakteerd op één van de mooiste zonsondergangen die ik ooit gezien heb. Ik ga niet eens proberen het te beschrijven, want dat zou de ervaring tekort doen. Ik verwijs jullie daarom naar de foto's, maar ook die kunnen natuurlijk nooit het moment zelf vervangen. Ik zou bijna zeggen, of misschien ook wel niet bijna: het was Goddelijk mooi.

Vervolgens moesten we ons direct weer goed concentreren op de terugweg, want die was in het donker. Wel konden we nog voordat het donker was de vulkaan Fuego (Vuur) zien uitbarsten. Dat is een van de vulkanen rondom Antigua. Af en toe konden we de lava omhoog zien spuiten. Indrukwekkend om te zien, ook al was het van heel ver weg. Kortom, een dag vol vuurwerk. De avond begon in Café No Sé (vertaald: Café Ik Weet Het Niet), waar we een biertje dronken met een vader en zoon uit de V.S. die we tijdens de vulkaantocht hadden leren kennen. De avond eindigde gepropt in de laadbak van een S.U.V. van dronken Guatemalteken (behalve de chauffeur gelukkig), die net als ons op zoek waren naar een feestje. Maar het enige dat we vonden was de politie die argwanend was en de auto doorzocht naar drugs, maar gelukkig niets vond.

De volgende dag verplaatsten we ons naar San Pedro, een Mayadorp aan Lago Atitlan, een erg mooi bergmeer. Maar deze reis legden we niet met zijn drieën af. Nee, we hadden een vierde metgezel bij ons, waar ik jullie in deel 2 van dit verhaal meer over zal vertellen. Evenals de vreemde samensmelting van culturen in San Pedro en de manier waarop ik Oud & Nieuw gevierd heb in Guatemala. Deel 2 verwacht ik zondagavond Nederlandse tijd te plaatsen. Tot die tijd moeten jullie het met dit verslag doen.

Dan rest mij jullie allen een zeer gelukkig 2012 te wensen! Oftewel in het Spaans: Feliz año nuevo!

Iren

Kerst in Nicaragua!

Om maar meteen met de deur in huis te vallen: Feliz Navidad iedereen! Kerst in Nicaragua, het is anders maar niet minder leuk. Gisteren begon het met een heus kerstdiner met alle vrijwilligers. Met 20 man aan een lange tafel met allerlei gerechten, het was heerlijk! Het hoofdgerecht was kip, we hadden er 6 gekocht. Dat is niet zo noemenswaardig, maar wel dat ze hier het hoofd, de poten, het hart en de lever in een zakje binnen in de kip stoppen. Dat was even een verrassing, maar wel typisch voor hier: niets wordt verspilt of weggegooid. Desnoods geef je het aan de honden op straat, maar eten wordt hier bijna nooit weggegooid. Naast het eten deden we aan ‘Secret Santa', wat eigenlijk gewoon neerkomt op lootjes trekken zoals wij in Nederland vaak doen. Halverwege de avond passeerde er nog een stoet voor ons huis langs, met de Kerstman voorop en daarachter Jozef en Maria en het kindje Jezus op een paard. Een vreemde gewaarwording, maar wel vermakelijk. Kerst is hier sowieso erg vreemd. Aan de ene kant zijn veel mensen hier erg religieus, maar aan de andere kant doen ze bijna allemaal aan cadeaus geven met Kerst en vinden ze de Kerstman geweldig. Terwijl dat niets met het bijbelse Kerstverhaal te maken heeft. Wat me ook opvalt is dat de mensen hier ook daadwerkelijk erg vrolijk en blij zijn met Kerst. Het is echt een super vrolijk feest. Ik denk dat de Kerstman een beetje het symbool is van die vrolijkheid. Wat ook vreemd is, maar wel tof is dat ze hier aan vuurwerk doen om 12 uur 's nachts op kerstavond. Ik heb ook wat afgestoken met de buurjongens hier, een oud en nieuw gevoel met Kerst, waarom niet? Tussen het eten en de cadeaus door ben ik nog met een paar anderen naar de mis in de kathedraal geweest, dat was toch wel even fijn om te doen. Kerst zonder kerk zou toch een beetje vreemd voelen. Na het eten en de cadeaus zijn we nog uitgeweest aan het meer tot een uurtje of half 6. Kortom, het was een mooie kerstavond!

De afgelopen week was erg leuk op de school, het lesgeven gaat nog steeds prima. Afgelopen vrijdag kreeg elke klas een piñata, een papieren pop met snoep erin. Eén kind wordt geblinddoekt en moet proberen de piñata stuk te slaan, zodat het snoep eruit valt. De kinderen vonden het fantastisch! Het is ook erg leuk dat ik de kinderen steeds beter leer kennen. En de kinderen mij ook. Ik zal ze gaan missen als ik terug ben. En ik ga al bijna terug... Het voelt alsof ik hier nog maar net ben en dan moet ik over 2,5 week alweer terug. Het is zo snel gegaan, niet te geloven!

Nu zit ik met een flinke kop koffie Top 2000 te luisteren, heerlijk om rustig mee wakker te worden. Vanavond ga ik met César naar Managua om daar te slapen tot een uurtje of 4 's nachts, om vervolgens met de bus richting Guatemala te vertrekken! We hebben een week vrij, dus daar gaan we goed gebruik van maken! Guatemala, ik heb er alleen maar goede verhalen over gehoord, dus ik ben erg benieuwd. Het is hét land van de Maya's en de natuur schijnt ook fantastisch te zijn met vulkanen van bijna 4000 meter hoog. Volgend jaar zal ik jullie schrijven hoe het is geweest, want ik kom pas 2 januari terug uit Guatemala.

Alvast een gelukkig Nieuwjaar!

Iren

Ik voel me al bijna een Nica

Ik ben hier nu 5 weken en heb nog 4 weken te gaan. De tijd vliegt voorbij! Ik begin me hier nu echt thuis te voelen in deze mooie stad. Ik heb me zo goed als mogelijk aangepast aan het ritme en de cultuur hier en geniet van elke dag.

Een doordeweekse dag ziet er op dit moment als volgt uit: ik sta op om 7.00 uur (als ik niet eerder ben wakker geworden van Maria die met luide muziek voor ons huis langs wordt gedragen of onze overbuurman met die ervan houdt vanaf half 6 in zijn schommelstoel buiten op luide toon te converseren met andere buren en/of voorbijgangers). Om 8 uur vertrek ik met een paar andere vrijwilligers die geen fiets hebben lopend naar de school waar wij werken. Dat betekent een wandeling van 45 minuten, vaak in de brandende zon (het is hier om 8 uur al rond de 25 graden), maar tevens een mooie inkijk in het leven van de mensen net buiten Granada waar onze school zich bevindt. De school staat in een zeer arme buurt, met zelfgebouwde huisjes van hout en/of golfplaten, geen verharde weg en veel afval en smerigheid overal. Een wereld van verschil met het kleurrijke koloniale centrum van Granada, en dat op 30 minuten loopafstand!

De kinderen die naar onze school gaan, komen dan ook allemaal uit erg arme gezinnen. Veel kinderen hebben vieze kleren en slippers met gaten en scheuren en sommigen krijgen 's ochtends nauwelijks tot geen ontbijt voordat ze naar school gaan. De kinderen komen vrijwillig naar onze school, want officieel hebben ze nu vakantie. Onze lessen zijn de 'Summerschool', we geven rekenen, taal, computerles, sport en handvaardigheid. De oudere kinderen leren we ook Engels. Ik geef les aan de kinderen van 'segundo grado', oftewel de tweede klas. De kinderen zijn ongeveer 8 á 9 jaar oud en kunnen vrijwel allemaal bijna niets. We moeten ze de simpelste dingen nog leren, van het alfabet tot eenvoudige rekensommetjes als 2+3. Sommigen konden in het begin zelfs hun eigen naam niet schrijven. Wel mooi om te zien hoe snel de kinderen leren en hoe graag ze willen leren. Niet dat ze allemaal even braaf zijn, vooral de jongens houden wel van een robbertje vechten in de klas. En de meiden kunnen erg goed camoufleren dat ze iets niet snappen door geniepig de antwoorden van andere kinderen te kopiëren. Maar het zijn stuk voor stuk fantastische kinderen, ik geniet elke dag van het lesgeven.

De school bestaat nog niet zo heel lang en is gebouwd van het geld van La Esperanza, de organisatie waar ik voor werk. Daarvoor was er dus helemaal geen school in deze buurt en gingen de meeste kinderen dus helemaal niet naar school. In dezelfde buurt wordt nu ook een ‘secundary school' gebouwd voor de oudere kinderen. Niet dat naar school gaan betekent dat alle kinderen een betere toekomst krijgen, maar ze leren er in ieder geval basisvaardigheden en voor sommigen zal dat misschien betekenen dat ze bijvoorbeeld een baantje in een supermarkt of iets dergelijks kunnen krijgen. Een aantal kinderen werkt op dit moment al, ze verkopen snoep en sigaretten in Calle la Calzada, de meest toeristische straat van Granada. De hele avond lang struinen ze de terrasjes af en verdienen zo wat bij voor hun familie.

De vraag waar ik de laatste dagen over aan het nadenken ben is: wat is luxe en wat is armoede? Ik leef nu bijvoorbeeld al 5 weken zonder warm water en ik mis het geen moment. Echt een luxeproduct dus, nooit beseft. Net als een kinderzitje op een fiets, die bestaan hier niet, iedereen zet zijn kinderen op het stuur of op de stang. Een moeder met 3 kinderen op 1 fiets is hier doodnormaal. Maar ik wil dat de moeders van Nederland nog wel eens zien doen! Daarnaast vraag ik mij bijna continu af welke mensen hier nou echt arm zijn. Soms is het eenvoudig: als ik 's morgens door de straten loop op weg naar school, dan zie ik altijd wel een aantal mensen op straat slapen. Dat zijn de echte arme mensen. Maar het wordt moeilijker als er 's avonds kinderen om geld bedelen als je een biertje zit te drinken op het terras. Je kunt zien dat deze kinderen het niet breed hebben, maar dat geldt voor een groot deel van de Nicaraguaanse bevolking; het is immers het armste land van Centraal Amerika. Maar als zo'n kind vervolgens in dezelfde bar een ananassap besteld voor 40 Cordoba, dan denk ik toch: dat is geen echt arm kind. Die heeft waarschijnlijk gewoon een familie en gaat gewoon naar school en komt alleen 's avonds wat bijverdienen door te bedelen. Daarnaast zie ik wel een zeer groot verschil tussen het centrum van Granada en de periferie, waar bijvoorbeeld de school staat waar ik werk. Daar is het vele malen armer. Maar ook daar is het lastig, soms heeft een krot, gebouwd van golfplaten en hout wel een televisie en/of een stereo. Ook heeft bijna iedereen hier een mobiele telefoon, dat is voor de mensen hier een echte eerste levensbehoefte. In tegenstelling tot een stevig en mooi huis dus, dan vinden ze dan weer minder belangrijk. Ik denk dat dit te maken heeft met het feit dat belangrijk zijn hier erg belangrijk gevonden wordt. Een mobiele telefoon geeft je status, evenals een tv en een stereo. Maar goed, tot zover mijn onderzoek naar de armoede hier. Het is en blijft een moeilijke vraag omdat je natuurlijk niet alles kunt zien.

8 december was de nationale feestdag ter ere van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria. Deze vrije dag grepen mijn huisgenoten en ik aan om geld in te zamelen voor La Esperanza door zelfgemaakte koekjes, pannenkoeken en frisdrank te verkopen op straat. Koekjes 1 of 2 Cordoba (3 of 6 cent), pannenkoeken en fris 5 Cordoba (15 cent). In Nicaragua is het cultuur dat het heel normaal is om dingen op straat te kopen. Het barst dan ook van de straatverkopers. Ons Koek & Sopie kraampje liep dan ook erg goed. Veel mensen hebben hier geen geld op zak als ze op pad gaan, maar tot onze verbazing riepen ze dan ‘Regreso!' (Ik kom zo terug!) en jawel, 10 minuten later kwamen ze daadwerkelijk terug om onze lekkernijen te kopen. We hebben uiteindelijk 470 Cordoba opgehaald, wat gelijk is aan iets meer dan 15 euro. Jullie denken misschien dat is niet veel, maar bedenk dan dat we daarvoor een klas van 30 kinderen van schriften en potloden kunnen voorzien. Daarnaast was het ook nog eens erg leuk om een keer zelf straatverkoper te spelen, want soms wordt je hier echt gek van al die mensen die luidkeels hun producten aanprijzen. Overal in de straten, maar ook in de bussen roepen ze onophoudelijk: 'Galletaaaas! (koekjes!) Paaaan! (brood!) Frescooo!' (frisdrank!) en allemaal op dezelfde irritante toon die tot in het diepst van je lichaam doordringt. Maar goed, we hebben ze dus teruggepakt door ze een middag lang te imiteren. De feestdag zelf is vooral een familiefeest, dus behalve eenzelfde Maria processie als de 2 weken ervoor en een paar kinderen die een folkloristische dans deden was er niet zoveel te doen.

Vorige week zaterdag gingen César, de Belg, en ik naar San Juan del Sur, een dorpje aan de Grote Oceaan met mooie stranden. Daar troffen we Noemié, een Franse, An-Sofie, een Belgische en Finn, een Duitser. César kende hun nog van zijn tijd in Costa Rica, waar zij vrijwilligerswerk doen. En het waren 2 fantastische dagen daar aan de kust! Het uitgaan op zaterdagavond was ongekend, evenals de prachtige zonsondergangen. Ook heb ik voor het eerst in mijn leven gesurft! Erg leuk om te doen, ook al lukte het me maar 1 keer om daadwerkelijk op het surfboard te staan. Maar wat wil je, met golven van meer dan 2 meter hoog! Noemié, An-Sofie en Finn reisden met ons mee naar Granada. Toen we in Granada aankwamen, voelde het echt als thuiskomen. Het voelde echt als mijn stad, een gevoel van trots, toen ik ze de stad liet zien. Dat had ik niet verwacht, dat ik zo snel gehecht zou raken aan deze stad, die meer aanvoelt als een groot dorp.

Afgelopen week was een week van hard werken op de school, daarom vonden César en ik dat we op een speciale manier het weekend in moesten luiden. Als 2 oude mannetjes zetelden wij ons voor ons huis, zoals ook veel Nica's dat doen, alleen deden wij het met een dikke sigaar en een fles fantastische rum. Een memorabele avond!
Nu moeten jullie niet denken dat ik elke avond lui in een stoel zit. Nee, ik werk wel degelijk aan mijn danskwaliteiten! Het uitgaan hier bestaat eigenlijk alleen maar uit dansen, dus ik heb ook weinig keus. Muziek is overal hier, van 's ochtends vroeg tot 's avonds laat en met dansen idem dito. Het zit in het bloed van de bevolking. 's Avonds tijdens het uitgaan gaat het er ietsje anders aan toe als in Nederland. Hier zie je eigenlijk alleen maar koppels op de dansvloer. In Nederland zou je dan denken dat het allemaal bezette stelletjes zijn, maar hier is het doodnormaal om op één avond met meerdere meisjes sensueel te dansen. Aangezien ik het erg belangrijk vind om me aan te passen aan de cultuur hier, voel ik me gedwongen om niet achter te blijven en te participeren in dit belangrijke deel van de Nicaraguaanse cultuur. Het is hard werken, maar ik boek langzaam maar zeker resultaat, al blijft het met mijn lengte toch lastig om al die heupbewegingen goed onder de knie te krijgen..

Tot slot ben ik nog totaal niet in de kerststemming. Ik lees net op Facebook dat Serious Request alweer begonnen is, wat inhoudt dat het nog maar een week voor Kerst is. Ongelooflijk! Ben benieuwd hoe mijn Kerst gaat zijn, zonder familie en zonder kou. Waarschijnlijk gaan we het wel met alle vrijwilligers vieren, dus het zal heus wel gezellig worden, maar het blijft toch raar: Kerst met 30 graden. Ik zal jullie volgende week melden hoe mijn Kerstdagen waren. Ik wens jullie allen alvast een ontzettend goede Kerst!!!

¡Feliz Navidad!

Iren

Verhuisbericht

Ik ben verhuisd van Callejon Centroamerica, een half blok verder, het rode huis aan de rechterkant, naar Calle Martirio nr. 106. Een hele vooruitgang, nu hoef ik niet meer omslachtig uit te leggen aan taxichauffeurs waar ze me heen moeten brengen. Sterker nog, in de meeste gevallen heb ik geen taxi meer nodig, want mijn nieuwe onderkomen is op rolafstand van dé uitgaansstraat van Granada.

Maar eerst terug naar mijn gastfamilie en mijn Spaanse lessen. Vorige week donderdag had ik mijn laatste activiteit. We gingen op bezoek bij een school in de buurt. De kinderen hier zijn goed gedrilld. Toen ik in de eerste de beste klas mijn zin begon met 'Buenas tardes', stonden de 30 kinderen in een oogwenk naast hun stoel en antwoordden mij keurig in koor met hetzelfde 'Buenas tardes!'. Verder heb ik heel wat vragen beantwoord over Nederland en over mijzelf. Van 'Zijn de mensen in Nederland allemaal zo lang?' tot 'Hoe heet uw vrouw?'. In de pauze vonden de kids mijn fototoestel erg interessant, dus ik heb nu mijn computer volstaan met foto's van Nicaraguaanse schoolkinderen.

Op mijn laatste lesdag kreeg ik een heus diploma uitgereikt en moest ik een speech houden voor de groep. In het Spaans uiteraard. Vervolgens heb ik mijn leraressen Massiel en Milagro bedankt met 2 oranje bloemen.
Omdat het ook mijn laatste avond bij het gastgezin was had ik ook voor hun wat cadeautjes gekocht. Een mooie bos bloemen voor Fatima en Carlos, een speelgoedkrokodil voor Carlos jr. en een pratende Elmo voor Dani. '¡Increíble!' (ongelooflijk!), riep Carlos jr. uit toen hij zijn speelgoedkrokodil zag, dus ik neem aan dat het cadeau hem in ieder geval beviel.

*Even tussendoor: terwijl ik dit zit te typen is er een soort achtervolging gaande in mijn kamer tussen een moedermuis en een babymuis. Elke keer zie ik ze weer ergens anders opduiken: op mijn bed, in de kast, achter mijn tas. Een interessant schouwspel, maar het leidt nogal af, dus als er rare dingen in dit verhaal staan komt het waarschijnlijk daardoor.*

Maar goed, ik ben nu dus verhuisd. Ik woon in Casa Martirio, een echt studentenhuis. Ik woon hier met 7 andere vrijwilligers van La Esperanza: 5 Duitsers, een Franse en een gekke Belg. Er zijn nog 2 andere huizen met vrijwilligers, waardoor het totaal op 24 vrijwilligers komt op dit moment. Een erg leuke, gevarieerde groep!

Maar voordat ik afgelopen week aan het werk moest voor La Esperanza, ben ik eerst met 3 mensen die ik eerder al ontmoet heb naar de vulkaan Mombacho geweest. Het begon al leuk met de rit naar boven in een soort legertruck met ongetwijfeld een erg sterke motor, want de (niet geheel de tijd verharde) weg was ongelooflijk steil. Eenmaal bovenop de vulkaan hebben we een wandeling gemaakt door het tropische regenwoud rondom één van de kraters. Het was er supervochtig en schitterend groen. Maar vooral de uitzichten over de krater, Granada, het meer en de eilandjes waren adembenemend mooi. Toen we uitgewandeld waren en in de klaarstaande truck wilden gaan zitten om weer naar beneden te gaan, bleek dat de Nicaraguanen niet zo goed zijn in logistiek denken. Het was de laatste truck naar beneden en er waren ineens veel meer mensen dan er in de truck pasten. Tenminste, op het eerste gezicht dan. Want zo zijn Nicaraguanen dan ook wel weer, ze laten me iedere keer weer zien dat er meer mogelijk is dan je denkt. Zo gingen we dus met 50 man gepropt in een legertruck de supersteile helling af. Maar ach, ik was de bussen hier al gewend, dus zo erg was het nou ook weer niet.

Dan kom ik nu eindelijk bij mij eerste 'werkdagen'. Tussen aanhalingstekens want afgelopen week waren er alleen excursies naar de Isletas. Zeg maar een soort schoolreisjes. La Esperanza betaalt die voor de kinderen, want zelf kunnen ze het niet betalen. Wij als vrijwilligers gingen mee als begeleiders. Erg mooi om te zien hoe de kinderen ervan genieten een keer een uitje te hebben. We zijn in bootjes naar een van de eilandjes gevaren, waar de kinderen mochten zwemmen (voor zover ze dat konden) en een maaltijd te eten kregen. Veel van de kinderen kunnen niet zwemmen, omdat ze dat eenvoudigweg nooit geleerd hebben. Zo was er een meisje van een jaar of 16 (!) dat niet het water indurfde en toen ben ik met haar het water in geweest en heb haar een soort van zwemles gegeven. Je zag echt dat ze haar angst voor het water langzaam overwon, een mooi moment.

Vanaf donderdag hadden we een lang weekend, omdat sinds die dag alle kinderen echt vakantie hebben en de 'Summerschool' pas maandag (morgen dus) begint. Van die gelegenheid hebben 9 anderen en ik gebruik gemaakt om naar Isla Ometepe af te reizen, een schitterend eiland in het meer van Nicaragua dat bestaat uit 2 gigantische vulkanen. We sliepen in een schitterend hostel aan het water en in the middle of nowhere. Vanuit dit hostel kun je een hike doen van ongeveer 8 uur (14 km) naar de top van één van de vulkanen en weer terug. Wat verplicht met 1 gids per 3 personen moet, want anders is het te gevaarlijk. Er zijn in het verleden al verschillende doden gevallen tijdens verschillende hikes, getuige de nieuwsberichten in een map bij de receptie van het hostel. Voor het laatst 2 Amerikanen in 2009 die dachten de hike wel even zonder gids te kunnen doen. Ook komt het geregeld voor dat mensen verdwalen en één of meerdere nachten op de vulkaan moeten doorbrengen.

Met dit in ons achterhoofd gingen we toch vol goede moed op pad. Al gauw waren er 2 meiden die het tempo niet konden volgen en beloten met 1 gids een rustiger tempo aan te nemen. Het was een hike om u tegen te zeggen. Alsof je urenlang een onregelmatige trap oploopt die steeds steiler wordt. Maar hoe steiler het werd, hoe mooier ook de uitzichten werden. Na 4 uur (om 12.15 uur) bereikten we eindelijk de top, waar het erg fris was en de wind tussen de begroeiing door gierde met ongeëvenaarde snelheden. Omdat we vrij laat vertrokken waren en wel voor het donker (17.00) weer beneden moesten zijn, mochten alleen Cesar de gekke Belg, Frank de besnorde Amerikaan en ik afdalen naar het kratermeer en moesten de meiden achterblijven en alvast weer terug naar beneden. De 'weg' naar het kratermeer was nog veel moeilijker dan de weg omhoog. We moesten door de modder, onder boomstronken door of juist eroverheen, over supergladde rotsen en bomen gebruiken om ons voort te slingeren. En dan ook nog eens snel. Toen we bij het kratermeer aankwamen, brak de zon door de wolken en hebben we een kwartiertje kunnen pootjebaden in het meer voordat we weer terugmoesten. Ook de terugweg hebben we weer afgelegd alsof ons leven er van afhing. Vooral de weg naar beneden, die hebben we gewoon gerend, totdat we de meiden ergens halverwege weer bijhaalden. Het grappige was dat het er bij ons uitzag alsof we de trein moesten halen, terwijl de gids rustig een sigaretje rookte tijdens het afdalen, iets wat ons ons leven zou kunnen kosten. Toen we bijna beneden waren kwamen we nog een aantal brulapen tegen. Wat een herrie maken die beesten! Op een gegeven moment kwamen er een paar tot op minder dan 10 meter, erg gaaf!Verderop ook nog petrogliefen gezien: in rotsen gekerfde afbeeldingen van meer dan duizend jaar oud.

's Avonds besloten Cesar en ik niet deel te nemen aan het volgens ons veel te dure buffet ($ 7,50, ja we zijn verwend met de goedkope prijzen hier) en gingen naar een ondefinieerbaar lokaal tentje in de buurt waar we volgens de gids ook konden eten. We waren de enige gasten en kregen een heerlijke maaltijd opgediend door barvrouw Margarita, met kip, rijst, bonen, gebakken banaan en salade voor 50 Cordoba ($ 2,-). Zelfs het feit dat de varkens van Margarita tijdens de maaltijd rond en onder onze tafel doorliepen deed ons niet minder genieten. Dat we daarna nog gratis gebruik mochten maken van het ietwat krakkemikkige biljart maakte de avond helemaal geslaagd.

Nu zit ik weer in mijn kamer in Casa Martirio, kan ik bijna niet meer lopen van de spierpijn, ben ik omringd door muggen en muizen en moet ik vanaf morgen aan de bak voor de Summerschool.Back to reality dus.Deze week geef ik Wiskunde en Sport, dus dat komt helemaal goed (met de sport dan).

Doe Sinterklaas trouwens de groeten van mij, want ik ben bang dat hij geen tijd heeft om hier langs te komen. Hij heeft hier ook niets te zoeken, veel te veel concurrentie van de Kerstman en Maria. 'Maria?', hoor ik jullie denken. Ja, Maria, want sinds afgelopen dinsdag wordt er toegewerkt naar het feest van de Onbevlekte Ontvangenis van Maria op 8 december, een feest dat hier groots gevierd wordt. Elke avond wordt er een groot Mariabeeld van een andere straat naar de grote kathedraal gedragen. Op 8 december is dus het feest en is iedereen vrij, dus ik ben benieuwd.

Ik zal jullie van alle gebeurtenissen op de hoogte houden. Tot snel! Oftewel: ¡Hasta pronto!

Catarina, Coyotepe en (Apoyo)meer

Nee, Catarina is niet mijn nieuwe vriendin. Het is een hooggelegen dorpje in de buurt van Granada, vanwaar je een schitterend uitzicht hebt op het Apoyomeer, Granada, het Meer van Nicaragua en de vulkaan Mumbacho. Ik had het geluk een ochtend lang van dat uitzicht te mogen genieten, want het was vorige week donderdag de locatie van mijn Spaanse les. ´s Middags, na een pittige, typisch Nicaraguaanse lunch, gingen we het dorpje zelf in. Om Spaans te leren uiteraard. Dus bij de fruitkraam vragen wat de namen zijn van al die rare exotische vruchten en bij een toeristisch 1000-en-1-dingen-kraampje zoeken naar iets waarvan je niet weet waarvoor het dient en vragen of het typisch Nicaraguaans is en wat het dan moet voorstellen. Vervolgens krijg je antwoord in een of andere plaatselijke tongval en snap je er geen jota van, waarna een van de ´profesoras´ langzaam en duidelijk het riedeltje nog eens herhaalt. Spaanse lessen op locatie, ik vermaak me er wel mee.

Wat nog minder overzichtelijk is dan de tongval van een bejaarde tandeloze fruitverkoopster is de markt in Granada. Ik ben er doorheen gelopen en er is maar één woord voor: Chaos. De markt is gebouwd op iets wat vroeger gewoon een straat was. Het is een soort lange, lage, donkere tunnel afgedekt met golfplaten. Om de 5 meter worden je allerlei etenswaren of andere artikelen aangeboden, ze verkopen er werkelijk alles. Van wasmiddel tot verse vis. Om 5.00 ´s ochtends begint de markt al, ik vermoed omdat het dan nog koel is en etenswaren vers blijven.

Over etenswaren gesproken, afgelopen vrijdag heb ik zelf een typisch Nicaraguaanse delicatesse mogen produceren: ¨Empanada de Maduro¨. Klinkt duur, maar het is niet meer dan een soort bananen-kaassoufflé. Maar wel smakelijk, ik zal het recept onthouden voor in Nederland.

Zaterdag ben ik in mijn eentje op expeditie geweest in Granada. Eerst ben ik naar een museum geweest in de vroegere kerk ¨Iglesia San Fransisco¨, waar ze een expositie hebben uitgestald over de rijke geschiedenis van Granada. Vanaf de tijd van de indianen tot aan nu. Onder andere mooie stenen beelden gezien, gemaakt door indianen meer dan 1000 jaar geleden. Na mijn bezoek aan het museum heb ik de grote kathedraal bezocht en ook de toren beklommen waarvan je een mooi uitzicht hebt over de stad en het meer. Toen een ommetje naar het meer en weer terug, om vervolgens een ijskoude smoothie tot mij te nemen op een terrasje. Waar ik erg van heb genoten, ondanks de poging van een gladjakker om mijn geld af te troggelen na eerst een verhaal te hebben afgestoken dat hij 2 kleine kinderen heeft en geen geld om melk voor ze te kopen. De serveerster joeg hem voor me weg en vertelde me dat dit soort mensen eerst een zielig verhaal afsteken om vervolgens met je mee te lopen en je om de hoek in een stillere straat te beroven. Ik denk niet dat ik met hem mee een verlaten steeg in was gelopen, maar ik ben de serveerster toch enigszins dankbaar!

Zondag weer naar de kerk geweest, ik begrijp nog steeds niet veel van de preek. Het hoofdstuk Bijbelse Begrippen heb ik nog niet gehad en ik vermoed ook niet dat die bij het lespakket inbegrepen zit helaas. Maar ondanks dat ik een uur naar een Spaanse waterval van onbekende woorden en zinnen moet luisteren is het toch een fijne plek met lieve mensen.

Sinds maandag heb ik een nieuwe lerares, Milagro. Dit omdat iedere lerares andere woorden en begrippen gebruikt en je meer leert als je van meerdere personen les krijgt. De activiteit van maandagmiddag was Fortaleza Coyotepe. Coyotepe was tot de jaren ´80 een lugubere gevangenis bovenop een heuvel. Vooral tijdens de oorlogen in Nicaragua in de 19e eeuw en begin 20e eeuw draaide deze gevangenis overuren. De cellen bevonden zich in 3 tunnels onder het fort. We zijn die tunnels ook in geweest, onder begeleiding van 2 gidsjes van ongeveer 8-10 jaar oud. Waarschijnlijk de zonen van de echte gids die even meer zin had om in de zon de zitten dan om zich in zo´n donkere tunnel te begeven. En donker was het. Als een van de jongetjes de zaklamp even bedekte zag je niet meer waar je liep. Lijkt me al geen pretje om een dag in te verblijven, laat staan om er jaren gevangen te moeten zitten. Ook had de gevangenis psychologische martelcellen die me deden denken aan de Stasigevangenis in Berlijn. Onder andere een pikdonkere cel waar je echt helemaal niets ziet en één waar de gevangenen elektrische schokken kregen toegediend.
De gevangenis wordt tegenwoordig, naast dat ze er rondleidingen geven, vooral gebruikt door verliefde stelletjes van de nabijgelegen middelbare school en door hardlopers in plastic regenkleding die, zonder dat het ook maar dreigt te gaan regenen, de heuvel op en af lopen. Het doel is afvallen en ze denken dat je meer afvalt als je in plastic regenkleding loopt omdat je dan meer zweet. Ik betwijfel het, maar het is wel een leuk gezicht: een soort plastic marsmannetjes die in de stralende zon een heuvel ophobbelen.

Dinsdag weer een dag les op locatie. Dit keer aan het Apoyomeer. Dit betekende ´s ochtends les in een bar aan het water en ´s middags zwemmen! Er bestaan meerdere legendes over het Apoyomeer, één die vertelt dat er precies in het midden van het meer een draaikolk is waar je in wordt getrokken als je te dichtbij komt en een andere die zegt dat er een heel grote slang in het meer woont, zegt maar een soort ¨Monster van Loch Apoyo¨. Ik heb het er toch maar op gewaagd en ben dus waarschijnlijk aan de dood ontsnapt :-).

Net als gisteravond. Ja, ik ben mijn leven hier niet zeker. Ik deed omstreeks 23.00 uur een onschuldige poging om de slaap te vatten, tot ik opeens geritsel hoor en vervolgens mijn lege colaflesje naast mijn bed hoor omvallen. ´Hier klopt iets niet´, hoorde ik mezelf denken. Want colaflesjes vallen normaalgesproken niet uit zichzelf om. Dus ik pak mijn zaklamp en schijn wat rond tot ik onder mijn bed iets zie bewegen, wat ik in eerste instantie niet thuis kan brengen. Tot ik de twee scharen en een gifstekel herken: een schorpioen! Ik loop naar de lichtknop van mijn slaapkamer en doe mijn schoenen aan om mijn voeten te beschermen en ga op zoek naar de onruststoker om hem te kunnen vangen. Maar op een of andere verbazingwekkende manier heb ik hem niet meer kunnen vinden. Het enige resultaat van mijn zoektocht was een muis onder mijn backpack, die ik vervolgens maar op de gevoelige plaat heb vastgelegd, zodat ik toch niet voor niets een uur minder heb geslapen.

Vandaag (woensdag) had ik een vrije middag en die heb ik gebruikt om me te laten masseren door een blinde. ¨Manos que miran¨ noemen ze het, oftewel ¨Kijkende handen¨. Ik vind het een mooi initiatief en het was super relaxed. Net als het leven hier is. Het tempo ligt hier zo´n 16 tandjes lager en dat vind ik heerlijk. Niet dat ik niets te doen heb, want iedere dag heb ik dus Spaanse les van 8.00 tot 15.00 en minimaal een uur huiswerk te doen.

Vrijdag ga ik voor het eerst naar mijn stagewerkplek. Ik verheug me erop, ben erg benieuwd hoe het gaat zijn. Zaterdag verlaat ik het huis van Doña Fatima en krijg ik een nieuw onderkomen. Er is verandering op komst dus.

Tot slot wil ik jullie bedanken voor jullie leuke, lieve en toffe reacties, ik lees ze met veel plezier! Net als de kalender, iedere ochtend sta ik weer vrolijk op. Doet me ook weer denken aan de toffe afscheidsavond, wat ben ik toch gezegend met zulke lieve vrienden en familie!

Ik merk dat ik sentimenteel wordt dus ik ga afsluiten. Ik zal jullie snel op de hoogte brengen als ik mijn eerste stagedagen achter de rug heb. ¡Hasta luego!

Los primeros diás (De eerste dagen)

Rolf is afgelopen maandag vertrokken. Aan de ene kant jammer van het Europese gezelschap, aan de andere kant ook een opluchting dat ik een taal minder hoef te spreken. Alhoewel ik bij Rolf nooit zoveel hoefde te spreken. Nee, Rolf houdt van vertellen. Rolf is een typische Duitser van 44, anesthesist in Heidelberg, een tikkeltje autistisch en heeft een Nicaraguaanse vriendin van 23. En hij houdt dus van vertellen. En dan vooral over feiten en theorieën over vanalles en nogwat. Van de invallen van Amerika in Irak en Afghanistan tot de vergrijzing in Noord West Europa terwijl hier de meeste mensen juist jong zijn. Inclusief grafieken. Maar goed, hij heeft het hart op de goede plaats en ik had tenminste iemand om een biertje mee te drinken. Correctie, om een drankje mee te drinken, want Rolf drinkt zelden alcohol omdat hij geen grenzen kent (wat tevens de reden is dat hij geen televisie heeft).

Enfin, we gingen wat drinken. En wel in de meest toeristische straat van Granada: Calle la Calzada. Het was die avond extra druk, want er was een belangrijke bokswedstrijd op tv en boksen is hier wat voetbal bij ons is, dus een scherm op het plein en tv´s aan in alle cafés. Wij zochten een plekje bij de Irish Pub die Rianne mij als tip had meegegeven en verbaasden ons over hoeveel herrie mensen kunnen maken om een bokswedstrijd. Maar dat was niets vergeleken bij de herrie ná de bokswedstrijd. Want precies voor ons tafeltje ontstond een vechtpartij waar het halve terras, nog vol adrenaline van de bokswedstrijd, meteen opdook met afgebroken glazen en flessen als wapens. In een film zou het een boeiend schouwspel geweest zijn, maar nu was het best angstaanjagend zo dichtbij, dus we zochten een veiliger plekje bij de ingang van de pub. Gelukkig was de politie snel ter plaatse en werden de kwajongens (een aantal met bebloede gezichten) ingerekend. En bedankt nog voor de tip Rianne! :P Daarna moest ik alleen naar huis, want de volgende dag wachtte een vroege kerkdienst en Rolf wilde per sé nog even blijven. Gelukkig werd ik onderweg alleen aangesproken door een prostituee die ik vriendelijk doch dwingend afwimpelde en een jongeman die me ´Good night man!´ toescheeuwde vanaf de overkant van de weg.

De volgende dag, zondag, was een wereld van verschil met de avond ervoor. Ik ging namelijk mee naar de kerk. Mijn gastfamilie gaat naar een evangelische kerk. De dienst was een beetje zoals de diensten in Oeganda, alleen met minder muziek, maar wel met een superlange preek van de pastor. Gelukkig is het wel gewoon toegestaan om rond te lopen, even naar buiten te gaan en te laat komen is ook geen probleem: gedurende de hele dienst kwamen er nog mensen binnendruppelen. Na de dienst vroeg Fatima of ik het goed vond om naar een andere kerk te gaan om daar te gaan eten. Ik ben de verkeerdste niet dus ik stemde toe. We propten ons in een auto van een gemeentelid en reden naar een kleine kerk in een dorpje net buiten Granada, met zo´n 25 andere gemeenteleden. Daar serveerden ze voor een luttel bedrag (40 Cordoba´s = €1,40) een heerlijke maaltijd: rijst met kip, groenten en gebakken banaan.
Omdat het Rolf zijn laatste avond in Granada was, trakteerde hij ons ´s avonds op een etentje bij Tip Top, de Nicaraguaanse Kentucky Fried Chicken. Jullie zullen begrijpen dat ik zondag mijn buik vol had van al dat eten.

Maandag was mijn eerste schooldag. Ik krijg les van Massiel, een vrolijke meid van 25 (en nee ze is niet vrijgezel dus bespaar me de opmerkingen). De lessen zijn dan ook erg gezellig en ik kan me iedere les beter in het Spaans verstaanbaar maken. Naast de lessen hebben we elke dag, behalve woensdag, ´s middags een activiteit. Maandag deden we een stadswandeling door Granada langs het Parque Central, verschillende kerken, een sociale werkplaats, het oudste huis van Granada en een sigarenfabriek waar ik mijn eigen sigaar heb mogen rollen!

Dinsdag hebben we een rondvaart gemaakt tussen de eilandjes die voor de kust van Granada liggen. Er zijn 365 eilandjes, voor elke dag één zoals ze hier zeggen. Sommige kun je huren of kopen. Je hebt al een eigen eiland voor $125.000, dus als er interesse is dan hoor ik het wel. Op één eiland leven een aantal apen en we hadden bananen mee die we ze konden voeren, dus dat hebben we dan ook gedaan. Ik was overigens samen met Christina uit Denemarken, die hier sinds maandag ook Spaans studeert. Aan het begin van de vaartocht scheen het zonnetje, maar op het moment van omkeren om terug naar Granada te varen, sloeg ook het weer om. Een wolkbreuk is een understatement, het ging echt helemaal los. Daar zat ik dan in m´n t-shirtje in een bootje waarvan het dak niet toereikend was om mij te beschermen tegen een hoosbui waar je u tegen zegt. Maar goed, we hebben er erg om kunnen lachen.

En na regen komt zonneschijn want woensdag (voor mij nog vandaag op dit moment) was het heerlijk weer en ben ik ´s middags naar het zwembad geweest, in een hotel hier om de hoek. Ziet er prachtig uit en heb het er even lekker van genomen. ´Just enjoying life´ zouden ze in Oeganda zeggen. Wat ik overigens over mijn hele tijd hier tot nu toe kan zeggen want ik geniet hier met volle teugen, van de mensen, van de omgeving en van het weer. Ook al twijfelt het weer nog of het nou wel of niet moet overgaan op het droge seizoen.

Morgen ga ik naar een uitzichtpunt vanwaar je een kratermeer, Granada en het grote Meer van Nicaragua kunt overzien. Schijnt erg mooi te zijn, dus ik ben benieuwd en zal jullie de foto´s niet onthouden. Het ga jullie goed!

Groeten uit Nicaragua!

Dat kan ik nu eindelijk zeggen! Het duurde wel even, maar dan heb je ook wat. Want mijn eerste indrukken (en ik ben heir nog maar 1 dag) zijn: tropisch warm, aardige mensen en fantastische natuur!
Maar eerst zal ik nog kort vertellen hoe mijn reis is gegaan. Eerst moest ik nog even op en neer naar Brussel, omdat er een treinreis van Brussel naar Amsterdam bij mij ticket inbegrepen zat en die mocht ik niet overslaan. Want ik moest per se inchecken in Brussel voor de rest van mijn reis. Dat inchecken duurde minder dan 5 minuten, die man printte gewoon een papiertje uit... 5 uur reizen voor een papiertje, maar ach ik zal me er niet meer over opwinden daar is het hier veel te warm voor :)
Toen ik op Schiphol aankwam waren daar Papa, Mama, Diede en zijn vriendin, Myrthe en Remko, Johan en Henk. Supertof dat jullie er waren voor dat halve uurtje (want ik moest meteen door)!!!
Ik zat op een mooi plekje naast het raam aan de ene kant en aan de andere kant een Amerikaans echtpaar van middelbare leeftijd die terugkwamen van hun vakantie naar Italië. Erg gezellige, lieve mensen die me ook hielpen met invullen van allerlei papierwerk om Amerika binnen te komen. En die mevrouw gaf mij haar pizza, dus toen vond ik ze helemaal te gek ;-)
Toen volgde de overdreven Amerikaanse douane waar ik o.a. al mijn vingerafdrukken moest afgeven, maar het verliep allemaal vlekkeloos. Daarna volgden de saaiste 13 uur uit mijn leven :) Niets te beleven op Atlanta Airport! Eén lange gang van ongeveer 500 meter met een paar winkeltjes en barretjes en een MC Donalds en that´s it! Bij elke gate stond wel een tv aan met American Footbal erop, dus ik weet de spelregels nu tot in de puntjes. Ook kwam ik in gesprek met een Maleisische Amerikaan die in Duitsland gestudeerd heeft en zat te wachten op zijn vlucht naar Zuid-Korea. Grappig hoe snel je in gesprek komt met mensen op zo´n vliegveld, of ligt het aan de Amerikaanse mentaliteit? Want als je iets besteld vragen ze ook allemaal eerst ´How are you doing?´. Natuurlijk een vorm van klantbinding, maar het komt wel sympathiek over. Uiteindelijk op 3 stoelen bij gate 28 ongeveer 2 uurtjes kunnen slapen.
Mijn vlucht naar Managua was erg tof. Vooral het uitzicht, het was heel helder weer. Vooral bij de landing waren prachtige rokende vulkanen te zien en kratermeren. Ik hoop daar meer van te zien de komende 2 maanden! Het was wel een turbulente landing, waarbij we op een gegeven moment nog even een metertje naar beneden ´vielen´.
Na de landing kreeg ik nog een briefje in mijn hand gedrukt van een vrouw die ik voor de vlucht al even gesproken had, met 2 hotels op Ometepe Island (waar zij woont) en de groet ´God bless!´. Erg tof! Misschien ga ik daar nog wel heen, het schijnt erg mooi te zijn.
Ik werd opgehaald van het vliegveld door Donaldo, de chauffeur van OnStage. De rit deed me denken aan de ritten in de taxibusjes in Oeganda: overal gaten in de weg, mensen die plotseling oversteken, dieren langs de weg, mensen in laadbakken van vrachtauto´s, reclame op de huisjes langs de weg en veel getoeter. Ook erg mooie omgeving met bergen en tropisch groen.
Ik werd letterlijk gedumpt bij ´Doña Fatima´ het huis van het gastgezin waar ik verblijf de komende 2 weken. ´Have a nice time here´ en weg was Donaldo. Doña Fatima bestaat uit het echtpaar Fatima en Carlos en hun supertoffe kinderen Carlos jr. van 8 en Dani van 1,5. Het is een klein maar fijn huis met een binnenplaatsje, ziet er best goed uit! Ook mijn kamer is best groot en ik heb een badkamer die ik alleen hoef te delen met een Duitser, Rolf, die hier ook in huis slaapt.
´s Middags zijn we de stad nog even in geweest, want ik moest nog Cordoba´s hebben en een prepaid telefoon kopen. Voor de mensen die mij zo erg missen dat ze me willen bellen of smsen, mijn nummer is (00505) 86467836. Want mijn andere telefoon doet het hier niet...
Granada is echt een heel mooie stad met veel kleur, een mooi plein en mooie kerken. Daarom zijn hier waarschijnlijk ook best veel toeristen. We zijn ook nog even langs mijn Spaanse school gelopen, waar ik me maandag om 8.00 moet melden. Ziet er erg leuk uit, ze hebben er schommelstoelen!
Al met al voel ik me hier tot nog toe prima en verheug ik me op de komende 2 maanden!
Hasta la proxima vez!
Iren